tijm

Mediterrane keukenkruiden

Mediterrane keukenkruiden zoals tijm, rozemarijn en salie zijn afkomstig uit gebieden waar het zomers warmer en droger is dan in Nederland. Ze houden van een zonnige, droge standplaats en van arme, kalkhoudende, stenige grond.

Ze houden niet van voedselrijke grond en compost. Maak daarom liever een apart deel in je tuin geschikt voor Mediterrane kruiden. Ze doen het goed tussen de kieren van een stapelmuurtje, in het bovenste gedeelte van een kruidenspiraal of tussen tegels van het terras.

Ik maakte een apart bed voor de Mediterrane kruiden, door de grond te mengen met zand en het af te dekken met grind. De randen van het bed zijn van gebroken stoeptegels. De tegels houden warmte vast, zodat een micro klimaatje ontstaat.

De volgende planten wil ik in mijn Mediterrane cirkel planten: echte tijm, citroentijm, hysop, citroenbonenkruid, lavendel, salie, oregano en bonenkruid.

De struikjes worden jaarlijks gesnoeid om ‘verhouting’ tegen te gaan.

Bijen bezoeken graag de bloeiende kruiden.

Puur Podium

In deze aflevering van Puur Podium demonstreer ik hoe je een pompoenspread maakt.

Speenkruid

Wetenschappenlijk naam: Ranunculus ficaria verna
Behoort tot de Ranonkelfamilie

De naam ‘speenkruid’ is volgens sommigen afgeleid van de vorm van de knollen, die op kleine speentjes lijken. Behalve speenkruid heet de plant op vele plaatsen boterbloem en op enkele pinksterbloem, maar verder haneklootjes (Friesland), kattenklootjes (Noord- Holland), papenkloten (Zuid-Holland), verder kikkerbloem, kleine boterbloem, kleine gouwe en oelekebloem (Achterhoek). Vijgwortel omdat de knolletjes de vorm van een vijg hebben.

Wat zie je?
Het is een bodembedekker, die al vroeg in het voorjaar bloeit met gele bloemetjes (met 8-12 bloembladeren). De groene glimmende bladeren lijken op de vorm van een hart en zitten aan een lang steeltje. Deze bladstengel buigt naar de grond. Aan de wortel groeien knolletjes die lijken op speentjes.

Bijzonderheden
De plant bloeit in het voorjaar, als de vaste planten gaan uitlopen, trekt het speenkruid zich terug en sterft bovengronds af. De plant gebruik de speentjes om voedsel op te slaan voor het volgend seizoen. Vroeger werd speenkruid vanwege het hoge vitamine C gehalte bij scheurbuik en voorjaarsmoeheid gegeten.

Let op! Niet in grote hoeveelheden eten, vanwege aanwezigheid van protoanemonine. Het gehalte aan protoanemonine in de bladeren neemt toe als de plant bloeit.

Oogsten
Maart-april: blad, alleen als de plant nog niet bloeit
April: bloemknoppen
Mei-juni: wortelknolletjes en de broedknolletjes in de bladoksels

Gebruik in de keuken
Blad: fijngesneden in salade, kruidenmengsels en kruidenkaas
Bloemen: als decoratie
Bloemknoppen: in olie of azijn inleggen
Wortelknolletjes en bladoksel-broedknolletjes: inleggen in olie of azijn

Inhoudsstoffen
Vitamine C vooral in de bladeren, ranunculine (waarvan protoanemonine is afgeleid), saponinen en looizuur.
In wortel: looistoffen, asparagine en het enzym urease.

Medicinaal
Speenkruid heeft een reinigende werkingen en wordt ook bij onzuiverheden van de huid en aambeien gebruikt.

Bronnen:
Eetbare wilde planten – Steffen Guido Fleischhauer e.a.,
Onkruidboek – Suze Peters e.a.

10 (voor)zaaitips

Zo gauw het zonnetje begint te schijnen in het voorjaar, krijgen we last van de beruchte zaaikoorts. Het is dan vaak nog te koud en te nat om in de volle grond te gaan zaaien. Toch kun je binnen in huis al het een en ander doen.

Niet iedere grond warmt even snel op, zand wordt sneller warm dan klei. Op zandgrond kun je daarom al eerder buiten zaaien en uitplanten. Voor kleigrond houden we als datum 1 april aan om plantjes buiten uit te planten en buiten te gaan zaaien.

  • Zaai niet te vroeg. In januari en februari is er nog te weinig zonlicht om planten goed te laten groeien. De buitentemperatuur is vaak nog te koud.
  • Vanaf eind februari kun je binnen aubergines, pepers, paprika’s en tomaten zaaien. De zaden van deze planten  hebben minstens 20 °C nodig om te kiemen. ½ mei kunnen ze buiten worden uitgeplant, in de kas al eerder.
  • Zaai in perspotjes, voorgevormde tray’s of in schoongemaakte plantenpotjes, dan kun je de planten zonder beschadiging aan de wortels verplanten of uitplanten. Doe 2 zaadjes in één potje, bij verplanten gebruik je de sterkste plant.
  • Zet je zaailingen voor het raam, want ze hebben veel licht nodig. Hebben ze onvoldoende licht dan groeien ze scheef en langgerekt en worden zwakke planten. Let op! Bij felle voorjaarszon kan het soms te heet zijn achter glas. Zet dan een krant of stuk karton tussen het raam en je zaailingen.
  • Zaai op de juist zaaidiepte. De algemene regel is; zaai ongeveer 2 x zo diep als de zaden groot zijn. Als je te diep zaait, zullen de zaden er langer over doen om te kiemen en is de kans op rotten groter.
  • Gebruik een plantenspuit bij het watergeven van je zaailingen. Controleer elke dag de vochtigheid van de grond. Dek je pas gezaaide zaden af met bijvoorbeeld plastic. Het water verdampt dan minder snel. Zodra de plantjes uitgekomen zijn, verwijder je het plastic en kun je ze beter van onderaf watergeven. Je stimuleert dan de wortelgroei.
  • Sla, spinazie, radijsjes, tuinkers, rucola, raapstelen, tuinbonen, doperwten, kapucijners en wortelen kiemen al bij een temperatuur van 10 °C. Je kunt ze dus al heel vroeg onder koud glas zaaien.
  • Gebruik biologische zaden, dit zijn meestal sterke rassen en er worden geen chemische stoffen gebruikt als coating. Op deze manier steun je ook de biologische landbouw en milieuvriendelijke zaadteelt.
  • Zaden van sla, wortel, peterselie en selderij zijn lichtkiemers, dit betekent dat zij licht nodig hebben om te kiemen. Je verspreid de zaden over je zaaigrond en dekt dit af met een dun laagje zand. Zand bestaat uit kiezel en houdt daardoor licht vast.
  • Gebruik om te zaaien kant en klare zaaigrond of maak het zelf van 2 delen tuin- of potgrond  met 1 deel grof wit zand (= straatzand) en 1 deel cocopeat of vermiculiet (is een zeer licht gesteente dat vocht vasthoudt).

Kaasjeskruid

Wetenschappelijke naam: Malva

Andere malvasoorten:
Malva sylvestris: Groot Kaasjeskruid
Malva neglecta: Kleine Kaasjeskruid
Malva moschata: Muskuskaasjeskruid
Althaea officinalis: Heemst

Kaasjeskruid helpt de verkrampte, verbitterde mens zachter te worden en te ontspannen, zodat alles weer kan gaan stromen.

kaasjeskruid, malva

Wat zie je?
Een kruid met recht opgroeiende stengels. De bladeren hebben 3-7 lobben en de bladrand is getand. De stelen en de bladeren zijn zacht behaard. De bloemen zitten in de bladoksel met grote groepen bij elkaar. De bloemkleur kan variëren van wit-roze tot paarslila met donkere lengtestrepen.

Bijzonderheden
Kaasjeskruid dankt zijn naam aan de vorm van de zaaddoosjes, die op kleine Edammer kaasjes lijken.
Het is een uitbundige bloeier, die bijna de hele zomer bloeit en meerdere keren per dag nieuwe bloemen geeft. De plant is lastig te verplaatsen door de witte vlezige penwortel, die diep in de grond zit. Kaasjeskruid is rijk aan slijmstoffen dit kun je proeven door op een bloemetje te zuigen.

Oogsten
April-juli: blad
Juni-november: bloemen
Mei-augustus: bloemenknoppen en vruchten
September: voorjaar: wortel

Gebruik in de keuken
Blad: fijngesneden in salade, als je ze kookt wordt het blad slijmerig.
Bloemen: decoratie van zoete desserts en salade, aromatische dranken, in de bloemenboter of -kaas, thee.
Bloemknoppen en vruchten: op azijn of olie samen met mosterdzaad, dille of alleen met zout.
Wortels: hebben een bindende werking en kunnen in de soep.
Vruchten: vers, jam, gelei, sap.

Inhoudsstoffen
Vooral slijmstoffen, etherische olie, looistoffen, Calcium, Kalium, Silicium, Vitamine A, B en C.

Medicinaal (als thee, tinctuur, olie of zalf):
Ontkrampend, slijmafvoerend, ontstekingsremmend bij bronchitis en longontsteking.
Bij verkoudheid, hoest, keelontsteking.
Ontstekingsremmend, slijmvlies herstellend bij ontsteking van het darmslijmvlies, eierstokken en baarmoeder.
Bij droog eczeem en psoriasis.
Verzachtend bij nierbekkenontsteking, nierstenen en reuma.

Bronnen: Kruiden signatuur en eigenschappen – Yvonne Maessen, Het grote wildplukboek – Edwin Florès, Eetbare wilde planten – Steffen Guido Fleischhauer e.a.

Natuuractiviteiten

Wat kun je thuis met je kinderen doen in de tuin, het park of een ander stukje groen in de buurt? In de natuur is van alles te zien en te ontdekken en dat kan dichtbij huis. Zie onderstaande leuke en simpele dingen waar kinderen langere tijd mee zoet kunnen zijn,.

Heksensoep maken
Vraag aan je ouders een pan en pollepel. Ga op zoek naar blaadjes, besjes, etc. doe dit in de pan, roer er water bij en maak je eigen heksensoep.

Wat zie jij in de wolken?
Kijk eerst of er wolken zijn.
Ga met je rug op de grond liggen en kijk naar de lucht. Wat zie je?
Kun je in de wolken figuren herkennen? Gebruik je fantasie.
Dit is ook leuk om samen met anderen te doen. Vertel elkaar om de beurt wat je ziet.

Sssst !!!
Zoek een rustig plekje op. Misschien wel tegen een boom of onder een struik of juist op een open plek. Ga lekker zitten of liggen. Sluit je ogen en blijf een paar minuten helemaal stil.
Luister naar de geluiden om je heen.
Welke natuurgeluiden heb je gehoord?
Welke mensen geluiden heb je gehoord?

Speuren naar kriebelbeestjes
In de tuin, in je buurt en langs de waterkant leven kleine kriebelbeestjes. Ze laten zich niet zo makkelijk vinden! ‘s-Nachts wanneer jij slaapt zijn deze beestjes juist actief. Hoe kun je kriebelbeestjes vinden?

  • Kijk op donkere, vochtige plekjes
  • Kijk onder stenen of stukken hout
  • Speur tussen planten
  • Leg een witte zak onder een struik of plant en schud de takken voorzichtig heen en weer. Kijk eens wat er op de zak ligt.  

Heb je een beestje gevonden? Kijk dan eens wat het beestje aan het doen is.
Durf je het beestje over je arm te laten lopen? De kleine pootjes kietelen een beetje, soms is het beestje zo licht dat je bijna niets voelt.
Wil je ze goed bekijken stop ze dan in een glazen of plastic potje. Kun je zien hoeveel poten ze hebben? Heeft het vleugels en ogen? Als je ze bekeken hebt laat je ze natuurlijk weer vrij! 

Muziek maken
Weet je dat je met planten ook muziek kunt maken?
Ga op zoek naar een brede grasspriet of blaadje. Leg je handen met de binnenkant tegen elkaar. Klem het blaadje tussen je duimen en blaas met je mond er tegen aan.
Kun je nog andere natuurlijke materialen vinden, waar je muziek mee kunt maken?

Natuurparfum maken
Ga op zoek naar verschillende blaadjes, bloemetjes, mos, schors of grond. Ruik eraan. Als je de blaadjes tussen je vingers wrijft kun je ze nog beter ruiken.
Zoek de lekkerste geuren uit en stop ze bij elkaar in een potje om je eigen natuurparfum te maken.

Maak een tekening met planten en bloemen
Verzamel blaadjes en bloemetjes.
Als je met de blaadjes en bloemetjes veegt over een vel papier zie je dat ze kleur afgeven. Lukt het om een tekening te maken met de blaadjes en bloemetjes die je hebt gevonden. Wrijf over het papier en experimenteer!

Natuurschilderijtje maken
Verzamel bloemen, blaadjes, zaadjes, gras, zand, etc.
Neem een blanco ansichtkaart, plak hier een stukje dubbelzijdig tape op. Trek de blaadjes van de bloemetjes. Plak de bloemblaadjes, blaadjes en andere dingen die je gevonden hebt op het tape. De lege plekjes kun je opvullen met fijn zand. Maak zo je eigen schilderijtje. Je kunt de kaart ook aan iemand geven of opsturen.

Groentetuintje maken

En bak aarde met hierin een ui, stompje prei, bleekselderij en wortel.

Maak je eigen groentetuintje van restjes groente

Verzamel de topjes van wortelen, de kontjes van prei, bleekselderij en andijvie, een ui of knoflook met een groen puntje.

Zet de worteltopjes, prei-, bleekselderij- en andijviekontjes in een bakje water tot de wortels gaan uitlopen of de groente gaat groeien. Plant ze daarna in een bak met aarde en geef ze regelmatig water. De ui en knoflook kun je gelijk in de aarde planten. Kijk wat er gebeurt.

Misschien ontstaat er een bloem. Sommige groente kun je naar verloop van tijd oogsten, zoals de bleekselderij. Van de ui en knoflook kun je de groene blaadjes eten.

Eet smakelijk!